Het blijft een mysterie hoe Google precies bepaalt welke pagina’s bovenaan de zoekresultaten staan. De gelekte Google-documenten en informatie uit rechtzaken geven wel een glimp, maar onthullen lang niet alles. Het algoritme dat de rangschikking bepaalt, is inmiddels zo complex geworden – mede door machine learning – dat zelfs Google’s eigen engineers soms niet kunnen uitleggen waarom een bepaalde pagina op nummer één verschijnt. De exacte samenhang tussen de vele signalen die rankings beïnvloeden, blijft onduidelijk.
Toch is het essentieel om te begrijpen hoe zoekmachines werken. Waarom scoort een goed geoptimaliseerde pagina soms niet, terwijl een korte, minder geoptimaliseerde pagina ineens bovenaan staat? Dit inzicht is belangrijk om je SEO-strategie effectief bij te sturen. Het draait om het verbreden van je perspectief en kijken naar wat echt belangrijk is voor succes in de zoekresultaten.
Iedereen die zich bezighoudt met zoekmachine rankings moet deze inzichten toepassen in zijn of haar strategie. Het kan je helpen om je websites anders te analyseren, nieuwe metrics te gebruiken en weloverwogen beslissingen te nemen. De informatie die er over zoekalgoritmes beschikbaar is, kan verwarrend zijn en varieert in interpretatie. Soms hebben termen zelfs meerdere namen, zoals het systeem voor ruimteoptimalisatie op een zoekresultatenpagina, dat zowel ‘Tangram’ als ‘Tetris’ wordt genoemd.
Dit artikel is gebaseerd op wekenlang onderzoek naar bijna 100 documenten van Mario Fischer auteur op Search Engine Land. Het doel is niet om elke theorie uitputtend te behandelen, maar om een zo compleet mogelijk beeld te geven van de huidige inzichten, aangevuld met een flinke dosis nieuwsgierigheid en analyses en herschreven in het Nederlands voor onze doelgroep.
Een nieuw document in afwachting van Googlebot
Wanneer je een nieuwe website lanceert, betekent dat niet dat deze meteen zichtbaar is in Google’s zoekresultaten. Google moet eerst weten dat je nieuwe pagina bestaat. Dit gebeurt meestal door een geüpdatete sitemap te versturen of via een link op een bestaande, bekende pagina. Populaire pagina’s zoals je homepage kunnen helpen om dit proces te versnellen.
Google’s crawlersystemen halen vervolgens de nieuwe content op en bepalen hoe vaak de URL gecontroleerd moet worden voor updates. Dit proces wordt beheerd door een systeem dat de 'scheduler' wordt genoemd. Daarna wordt er beslist of de URL direct naar de index gaat of tijdelijk wordt opgeslagen in een soort ‘wachtruimte’, die vaak als sandbox wordt aangeduid.
Hoewel Google officieel zegt dat er geen sandbox bestaat, wijzen lekken erop dat websites van lage kwaliteit of met verdachte kenmerken hier wel terecht kunnen komen. Bovendien worden sommige spam-URL's doorgestuurd voor verdere analyse, waarschijnlijk om Google’s algoritmes te trainen.
Maar stel dat je nieuwe website deze eerste fase succesvol doorkomt. In dat geval worden alle links op je pagina verzameld en gesorteerd, zodat Google kan bepalen welke links intern en welke extern zijn. Deze informatie is cruciaal voor analyses zoals de berekening van PageRank (daarover later meer).
Afbeeldingen op je website worden apart opgehaald door Google’s ImageBot en opgeslagen voor toekomstige zoekopdrachten. Soms gebeurt dit met wat vertraging, maar uiteindelijk worden ze samen met vergelijkbare afbeeldingen in een aparte database geplaatst. Op basis van de populariteit van je site (hoeveel bezoekers je krijgt), bepaalt Google hoe vaak je website opnieuw moet worden gecontroleerd. ClientTrafficFraction).
Alexandria: De grote digitale bibliotheek
Google’s indexeringssysteem, ook wel Alexandria genoemd, kent elk stukje content een unieke DocID toe. Dit is een soort digitale vingerafdruk voor alle pagina’s die Google tegenkomt. Als de content al bekend is, bijvoorbeeld bij duplicaten, wordt er geen nieuwe ID aangemaakt, maar wordt de bestaande URL gekoppeld aan een al bestaande DocID.
Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat Google onderscheid maakt tussen een URL en een document. Een document kan uit meerdere URL’s bestaan, bijvoorbeeld als dezelfde content in meerdere talen beschikbaar is. In dat geval worden alle signalen van die URL's gecombineerd en toegepast op één gemeenschappelijke DocID.
Als er sprake is van dubbele content, kiest Google de meest relevante versie, ook wel de ‘canonieke’ versie genoemd, die vervolgens in de zoekresultaten wordt getoond. Dit verklaart waarom andere URL's soms niet zichtbaar zijn, maar toch invloed kunnen hebben. Google kan namelijk later van mening veranderen over welke URL als de belangrijkste moet worden beschouwd.
Wanneer jouw content uniek is, krijgt deze een eigen DocID. Vervolgens worden de belangrijkste zoekwoorden op je pagina geïdentificeerd en opgenomen in de zoekindex. Dit gebeurt door een "hitlijst" te maken die de belangrijkste termen op je pagina samenvat en koppelt aan je DocID. Zoekwoorden die extra benadrukt zijn, bijvoorbeeld in een H1-kop of vetgedrukt, kunnen je positie in de zoekresultaten verbeteren door een hogere score te krijgen.
Belangrijke documenten worden opgeslagen in het HiveMind, Google’s hoofdgeheugen, terwijl minder urgente data wordt bewaard op een netwerk van SSD’s en harde schijven, ook wel TeraGoogle genoemd. Dit wereldwijde netwerk van servers werkt samen om gigantische hoeveelheden gegevens te verwerken en op te slaan.
Een waardevolle tip: zorg ervoor dat je documenten voorzien zijn van consistente datumwaarden, zoals een publicatiedatum in de broncode (BylineDate) of in de titel (syntaticDate). Google gebruikt deze data om te bepalen hoe actueel je content is. Het manipuleren van data kan juist negatief uitpakken en je ranking verslechteren. Kleine correcties, zoals het verbeteren van typefouten, hebben hier geen invloed op.
Vergeet niet dat Google elke versie van je document opslaat, tot wel 20 eerdere versies. Hierdoor kan Google precies volgen hoe je content in de loop der tijd is veranderd. Grote inhoudelijke wijzigingen worden nauwkeurig gemonitord en kunnen invloed hebben op je ranking. Dit is ook de reden waarom het overnemen van een oud, verlaten domein vaak geen voordelen biedt. Als de eigenaar van een domein verandert én de content drastisch wijzigt, reset Google alle signalen, en begin je dus vanaf nul, alsof het een nieuw domein is.
QBST: Hoe Google zoekt naar een'potlood'
Wanneer iemand "potlood" als zoekterm intypt in Google, komt een complex systeem in werking dat bekendstaat als QBST. Dit systeem analyseert de zoekopdracht en stuurt de belangrijkste termen, zoals "potlood," naar een omgekeerde index om de meest relevante resultaten op te halen.
Het proces om te bepalen welke pagina’s het meest relevant zijn, is behoorlijk geavanceerd. Google maakt gebruik van systemen zoals RankBrain, DeepRank (voorheen BERT), en RankEmbeddedBERT om de zoekopdracht beter te begrijpen en te verwerken. Belangrijke termen zoals "potlood" worden vervolgens doorgestuurd naar een systeem dat bekendstaat als Ascorer, waar de daadwerkelijke ranking begint.
Ascorer: De ‘groene ring’ ontstaat, de eerste selectie van resultaten
Ascorer verzamelt de top 1.000 pagina's (ook wel DocIDs genoemd) die overeenkomen met het zoekwoord "potlood." Deze pagina's worden gesorteerd op basis van een score die wordt toegekend via een systeem dat Google’s informatieophaalproces (IR-score) meet. Dit wordt intern aangeduid als de "groene ring," maar in de industrie staat het bekend als een posting list.
Ascorer is onderdeel van Google’s bredere rankingsysteem, Mustang, dat deze eerste lijst verder filtert. Hierbij worden dubbele resultaten verwijderd en wordt de content beoordeeld op originaliteit en waarde. Het doel is om uiteindelijk te komen tot de "10 blauwe links" – de pagina’s die je uiteindelijk ziet in de zoekresultaten.
Op dit moment staat het document over potloden op de 132e plek van de lijst. Zonder verdere verwerking zou dit de definitieve positie zijn.
Superroot: Van 1.000 naar 10!
Het Superroot-systeem speelt een cruciale rol in het verfijnen van zoekresultaten. Het neemt de top 1.000 pagina’s (de "groene ring") en reduceert deze tot de 10 meest relevante resultaten, oftewel de "blauwe ring" die je uiteindelijk ziet in Google’s zoekresultaten.
Dit gebeurt met behulp van tools zoals Twiddlers en NavBoost, die de ranking verfijnen op basis van verschillende factoren. Hoewel er vermoedelijk meer systemen betrokken zijn bij dit proces, is de exacte werking niet volledig openbaar. Wat we wel weten, is dat deze systemen continu evolueren om nauwkeurigere resultaten te leveren.
Een belangrijk detail is dat Google’s oude systeem, Caffeine, niet meer in dezelfde vorm bestaat. Hoewel de naam is gebleven, werkt Google nu met een netwerk van microservices die met elkaar communiceren om specifieke attributen voor elk document te genereren. Deze attributen, of signalen, worden gebruikt door verschillende ranking- en her-rankingsystemen en zijn essentieel voor het trainen van de neurale netwerken die voorspellingen doen over welke pagina’s het meest relevant zijn voor de gebruiker.
Twiddlers: Hoe Google je ranking verder verfijnt
Uit verschillende bronnen blijkt dat Google honderden Twiddler-systemen gebruikt om zoekresultaten te verfijnen. Je kunt een Twiddler zien als een soort plug-in, vergelijkbaar met de plug-ins in WordPress. Elke Twiddler heeft een specifiek doel en zorgt ervoor dat Google’s hoofdsysteem, Ascorer, niet telkens hoeft te worden aangepast – wat veel tijd en complexiteit zou kosten.
Twiddlers werken onafhankelijk van elkaar en komen in twee hoofdsoorten: PreDoc Twiddlers en Lazy Twiddlers. De PreDoc Twiddlers kunnen snel werken en gebruiken weinig extra informatie. Ze filteren de lijst van 1.000 resultaten, zodat de meer complexe, tragere Lazy Twiddlers alleen de overgebleven resultaten hoeven te verwerken. Dit bespaart Google veel rekenkracht en tijd.
Sommige Twiddlers verhogen of verlagen de IR-score van een pagina (de relevantiescore), terwijl andere direct de positie aanpassen. Stel dat jouw nieuwe document over potloden net in de index is opgenomen. Een Twiddler die nieuwe content een kans wil geven, kan de score van jouw pagina met 1,7 vermenigvuldigen, waardoor je stijgt van plek 132 naar 81.
Andere Twiddlers kunnen zorgen voor meer variatie in de zoekresultaten. Dit betekent dat vergelijkbare pagina’s in de zoekresultaten lager worden geplaatst, waardoor jouw pagina bijvoorbeeld 12 plekken stijgt naar positie 69. Daarnaast kan een Twiddler ervoor zorgen dat er nooit meer dan drie blogpagina’s per zoekopdracht worden getoond, wat jouw pagina verder laat stijgen naar plek 61.
Jouw document heeft geen commerciële intentie ("CommercialScore" is nul), maar Google herkent wel dat zoekopdrachten zoals "potlood" vaak transactionele intenties hebben, zoals "potlood kopen." Dit kan ervoor zorgen dat een Twiddler jouw pagina 20 plekken hoger plaatst, naar positie 41.
Sommige Twiddlers leggen een "penalty" op aan pagina's die verdacht worden van spam, wat betekent dat jouw pagina kan stijgen naar positie 38. Daarnaast beoordeelt een Twiddler hoe goed jouw potloodpagina past bij de focus van je website. Aangezien jouw site zich uitsluitend richt op schrijfinstrumenten, zal dit in jouw voordeel werken en jouw pagina verder omhoog brengen naar positie 14.
Twiddlers dienen een breed scala aan doelen. Ontwikkelaars experimenteren voortdurend met nieuwe filters en rankingmethodes, en sommige Twiddlers kunnen zelfs snippets herschrijven of afbeeldingen toevoegen aan de zoekresultaten. Tijdens de pandemie zag je bijvoorbeeld vaak dat officiële gezondheidsbronnen bovenaan stonden in de zoekresultaten. Dit kwam door een Twiddler die officiële bronnen promootte op basis van taal en land.
Hoewel je geen controle hebt over hoe Twiddlers jouw pagina beïnvloeden, helpt het begrijpen van hun werking om schommelingen in de rankings beter te interpreteren. Neem de tijd om de zoekresultaten te bekijken en te letten op patronen. Zijn er consistent forums of blogposts aanwezig? Hoeveel resultaten zijn informatief, transactioneel, of navigatief? Door dit soort analyses kun je slimmere keuzes maken over de content die je produceert en beter inspelen op de dynamiek van de zoekresultaten.
Google’s kwaliteitsevaluatoren en de rol van RankLab
Wereldwijd werken duizenden kwaliteitsevaluatoren voor Google om specifieke zoekresultaten te beoordelen en nieuwe algoritmes te testen voordat deze worden uitgerold. Hoewel Google beweert dat hun beoordelingen geen directe invloed hebben op de rankings, hebben deze evaluaties wel degelijk een aanzienlijke indirecte impact op de zoekresultaten.
Hoe werkt dit? Kwaliteitsevaluatoren krijgen zoekopdrachten of URL’s toegewezen en beantwoorden vragen zoals: “Is het duidelijk wie deze content heeft geschreven? Heeft de auteur de juiste expertise?” Deze antwoorden worden vervolgens gebruikt om machine learning-algoritmes te trainen. Het doel is dat deze algoritmes leren om betrouwbare, waardevolle content te herkennen en deze hoger te ranken dan minder betrouwbare pagina’s.
In plaats van dat Google zelf bepaalt welke kenmerken een pagina betrouwbaar maken, worden de algoritmes getraind door patronen te herkennen uit de beoordelingen van menselijke evaluatoren. Stel je bijvoorbeeld voor dat content met een auteursfoto, volledige naam en een link naar een LinkedIn-profiel door de meeste mensen als betrouwbaarder wordt gezien. Een neuraal netwerk kan vervolgens leren dat deze kenmerken belangrijk zijn voor rankings. Na een testperiode kan dit netwerk die kenmerken gaan gebruiken als een van de factoren die bepalen welke pagina’s bovenaan komen.
Hoewel Google officieel aangeeft dat auteurs geen grote focus hebben in de rangschikking, wijzen gelekte documenten op het tegenovergestelde. Concepten zoals "auteur fingerprinting" (waarbij het unieke taalgebruik van een auteur wordt herkend) worden vermoedelijk wel gebruikt om bepaalde content beter te rangschikken. Deze scores, bekend als "informatie tevredenheid" (IS), worden door menselijke evaluatoren aan sommige pagina's toegekend en daarna geëxtrapoleerd voor vergelijkbare pagina's.
Google heeft ook een systeem waarbij pagina’s die geen klikken ontvangen, maar toch belangrijk zijn, opnieuw worden geëvalueerd door menselijke beoordelaars. In deze gevallen kan een hoge "gouden" standaard worden toegekend aan waardevolle content, wat een aanzienlijke boost kan geven in de zoekresultaten. Het afstemmen van je content op de verwachtingen van deze menselijke evaluatoren kan dus helpen om je pagina hoger te laten ranken.
Kwaliteitsevaluatoren werken vaak via externe bedrijven, maar Google’s eigen experts werken in het RankLab. Hier experimenteren ze met nieuwe rankingfilters en ontwikkelen ze de Twiddlers die de zoekresultaten nog verder verfijnen. Wanneer een Twiddler zijn waarde heeft bewezen, wordt het geïntegreerd in Google’s bredere rankingsysteem, Mustang, waar complexe algoritmes samenwerken om de kwaliteit van de zoekresultaten te verbeteren en spam te filteren.
Maar wat willen gebruikers? NavBoost biedt de oplossing!
Een belangrijk onderdeel van Google’s Superroot-systeem dat hierbij een rol speelt, is NavBoost. Dit systeem helpt om zoekresultaten te ordenen op basis van datasets voor mobiele, desktop- en lokale zoekopdrachten, wat cruciaal is voor het leveren van relevante resultaten.
Hoewel Google officieel ontkent dat gebruikersklikken direct worden gebruikt voor rangschikkingen, onthullen FTC-documenten dat Google wel degelijk klikgegevens gebruikt voor statistische doeleinden. Dit zorgt ervoor dat Google zoekresultaten kan optimaliseren zonder individuele gebruikers te volgen. De reden voor Google’s ontkenning is deels het vermijden van zorgen over privacy en negatieve publiciteit, waarbij Google als een "data-octopus" zou worden gezien. Tegelijkertijd wil Google voorkomen dat spammers en botsystemen dit systeem manipuleren door het vervalsen van verkeer.
Toch is duidelijk dat het klikgedrag van gebruikers – zoals welke zoekresultaten ze aanklikken en hoe lang ze op een pagina blijven – wel degelijk een rol speelt in het rangschikkingsproces. Dit blijkt onder andere uit het veelvuldig genoemde NavBoost-systeem in FTC-hoorzittingen en andere officiële documenten.
Google kan eenvoudig vastleggen hoe gebruikers zich door zoekresultaten bewegen. Dit omvat niet alleen de eerste klik op een resultaat, maar ook wat er daarna gebeurt: blijven ze op de pagina, klikken ze terug naar de zoekresultaten, of zoeken ze verder? Met Chrome, dat door meer dan 60% van de internetgebruikers wordt gebruikt, heeft Google toegang tot gedetailleerde gebruikersgegevens, zoals sessieduur en paginanavigatie, die ook gebruikt worden voor het verzamelen van signalen als Core Web Vitals.
Een belangrijk onderdeel van deze gegevens zijn de zogenaamde “goodClicks” en “badClicks.” Als een gebruiker snel terugklikt naar de zoekresultaten en verder zoekt, wordt dit geregistreerd als een badClick, wat een negatief signaal afgeeft. Pagina's waar gebruikers langer blijven en verder navigeren, worden beloond met goodClicks. Het laatste resultaat dat een gebruiker aanklikt en waar ze blijven hangen (de lastLongestClick) geeft een sterk positief signaal af.
NavBoost gebruikt deze gebruikersdata om de zoekresultaten te verfijnen. Websites met goede bezoekersstatistieken, gemeten via Chrome, kunnen hierdoor hoger eindigen in de zoekresultaten. Google kijkt daarbij naar de navigatie door je site heen en beoordeelt hoe goed je gebruikers begeleidt naar de informatie die ze zoeken.
In sommige gevallen kan zelfs een document dat oorspronkelijk niet bovenaan stond, via NavBoost stijgen als blijkt dat gebruikers die site na een klik verlaten om op een andere pagina te blijven. Als genoeg gebruikers hetzelfde doen, kan Google het 'einddocument' naar voren schuiven in toekomstige zoekopdrachten, mits het document binnen de selectie valt.
Kortom, hoewel het gebruik van klikgegevens door Google ingewikkeld ligt, speelt het zeker een rol in hoe je pagina’s gerangschikt worden. Het monitoren van gebruikersgedrag via tools zoals Chrome geeft Google inzicht in welke pagina’s echt waarde bieden aan de zoekers.
Laten we eens kijken naar hoe Google omgaat met klikdata in de zoekresultaten. Elke positie in de zoekresultaten (SERP’s) heeft een verwachte gemiddelde doorklikratio (CTR), wat dient als een soort prestatiebenchmark. Volgens een analyse van Johannes Beus, gepresenteerd op CAMPIXX in Berlijn dit jaar, krijgt de organische nummer 1 positie gemiddeld 26,2% van de klikken, terwijl positie 2 zo'n 15,5% van de klikken ontvangt.
Als de werkelijke CTR van een zoekresultaat lager ligt dan het verwachte percentage, zal het NavBoost-systeem dit opmerken en de rangorde van dat resultaat aanpassen. Dit betekent dat als een pagina consistent minder klikken krijgt dan verwacht, deze lager in de zoekresultaten kan belanden. Omgekeerd, als een pagina meer klikken krijgt dan normaal voor zijn positie, kan NavBoost ervoor zorgen dat deze stijgt in de ranking.
Deze aanpak is logisch, want klikken vertegenwoordigen in feite een "stem" van gebruikers. Ze laten zien hoe relevant een resultaat is op basis van de titel, beschrijving en het domein. Dit principe, waarbij gebruikersdata wordt gebruikt om de zoekresultaten te verfijnen, is zelfs gedetailleerd beschreven in officiële Google-documenten.
Het is niet helemaal duidelijk of Google deze ontbrekende data negeert, maar het lijkt waarschijnlijk dat het systeem aanvankelijk schattingen maakt op basis van vergelijkbare pagina’s, vergelijkbaar met hoe Google Ads omgaat met de kwaliteitsscore.
SEO-experts hebben vaak gemerkt dat nieuwe pagina’s in de top 10 snel stijgen of dalen, afhankelijk van hun CTR. Als een pagina die nieuw verschijnt in de zoekresultaten veel minder klikken krijgt dan verwacht, zie je vaak dat de rangschikking binnen enkele dagen daalt. Aan de andere kant, als de CTR aanzienlijk hoger is dan gemiddeld voor de positie, kan de pagina stijgen. Dit betekent dat je maar een korte tijd hebt om in te grijpen door de snippet – bijvoorbeeld de titel of meta description – te optimaliseren als de CTR laag is. Anders kan je pagina in de rankings zakken, en het is daarna moeilijk om die positie terug te winnen.
Dit mechanisme lijkt sterk op een test: als je pagina zichzelf bewijst door voldoende klikken te genereren, blijft deze in de topresultaten. Zo niet, dan verdwijnt de pagina weer. Of dit direct gerelateerd is aan NavBoost, is echter niet helemaal duidelijk.
Op basis van gelekte informatie lijkt Google uitgebreide gegevens van omliggende pagina's te gebruiken om nieuwe pagina’s een initiële rangschikking te geven. Een concept genaamd NearestSeedversion suggereert dat de PageRank van een startpagina tijdelijk wordt overgedragen aan nieuwe pagina's totdat ze hun eigen PageRank ontwikkelen. Daarnaast wordt waarschijnlijk een klikverwachting geschat door gebruik te maken van het verkeer en de klikdata van gerelateerde pagina’s, zelfs als die nieuwe pagina nog geen verkeer heeft.
Google’s systeem past zich continu aan op basis van gebruikersgedrag. Een goed voorbeeld hiervan is hoe zoekresultaten voor de "Stanley Cup" veranderen tijdens het ijshockeyseizoen: normaal gesproken zou je informatie over de trofee zien, maar tijdens de wedstrijden zelf worden de zoekresultaten aangepast om actuele wedstrijdinformatie te prioriteren. Dit illustreert hoe NavBoost werkt: het systeem houdt niet alleen rekening met nieuwe content, maar vooral met veranderingen in zoekgedrag.
Dit systeem houdt ook rekening met historische gegevens, zoals de bezoekersstatistieken van je domein. Als je website veel direct verkeer ontvangt via advertenties of als het een bekend merk is, profiteren nieuwe pagina’s van de sterke prestaties van oudere content. In het voorbeeld helpt dit het nieuwe potlooddocument om te stijgen van positie 14 naar positie 5, waarmee het in de “blauwe ring” van de top 10 komt.
Hoewel je zou verwachten dat Google sterk gepersonaliseerde zoekresultaten levert, blijkt uit onderzoek dat het systeem meer gericht is op het voorspellen van gedragspatronen van grote groepen gebruikers. Deze voorspellingen, aangedreven door neurale netwerken, sluiten beter aan op het algemene zoekgedrag van gebruikers dan op hun individuele voorkeuren. Toch worden persoonlijke voorkeuren, zoals een voorkeur voor videocontent, nog steeds meegenomen in de resultaten.
De GWS: Hoe Google de zoekresultaten samenstelt en realtime aanpassingen maakt
De Google Web Server (GWS) speelt een centrale rol in het samenstellen en leveren van de zoekresultatenpagina (SERP). Dit omvat niet alleen de 10 organische blauwe links, maar ook advertenties, afbeeldingen, Google Maps-weergaven, de “Mensen vragen ook”-secties, en meer. Om de beschikbare ruimte efficiënt te gebruiken, wordt het Tangram-systeem ingezet. Dit systeem berekent hoeveel ruimte elk element nodig heeft, terwijl het Glue-systeem deze elementen vervolgens op de juiste plekken plaatst.
Het potlooddocument, momenteel op de 5e plaats, maakt deel uit van de organische resultaten. Maar zelfs in de laatste momenten voordat de pagina wordt weergegeven, kan het CookBook-systeem nog wijzigingen aanbrengen. Dit systeem bevat onder andere FreshnessNode en InstantNavBoost, die signalen genereren met betrekking tot de actualiteit van content. Dit kan ervoor zorgen dat de rangschikking in real-time wordt aangepast.
Stel je voor dat er in Duitsland een populair tv-programma begint over 250 jaar Faber-Castell en de geschiedenis van het potlood. Binnen enkele minuten zoeken duizenden kijkers online naar informatie. FreshnessNode detecteert deze plotselinge toename in zoekopdrachten naar “potlood” en begrijpt dat gebruikers nu op zoek zijn naar informatieve content in plaats van aankoopmogelijkheden. InstantNavBoost vervangt de verkoopgerichte resultaten door informatieve pagina's die beter passen bij de nieuwe zoekintentie. Hierdoor verdwijnt het potlooddocument uit de topresultaten, zelfs als het eerder hoog scoorde.
Hoewel dit teleurstellend kan zijn, toont het een belangrijk principe: hoge rankings behalen draait niet alleen om het hebben van goede content en sterke SEO. Zoekgedrag en externe factoren, zoals actuele gebeurtenissen, kunnen grote invloed hebben op de rangschikkingen. Dit illustreert het dynamische karakter van de zoekresultaten.
De samenstelling van zoekresultaten is uiterst complex en wordt beïnvloed door duizenden signalen. Google voert continu tests uit via systemen zoals Twiddler, die zelfs backlinks kunnen verzwakken door ze te verplaatsen naar minder belangrijke opslaglocaties. Dit kan resulteren in een daling van de rangschikking, zelfs als er niets is veranderd aan je eigen document.
Zoals Google’s John Mueller vaak benadrukt, betekent een daling in de rankings niet altijd dat je iets verkeerd hebt gedaan. Veranderingen in gebruikersgedrag of andere externe factoren kunnen grote invloed hebben op hoe je pagina presteert. Als zoekers bijvoorbeeld meer waarde beginnen te hechten aan uitgebreide, gedetailleerde informatie, zal NavBoost de rangschikking daarop aanpassen, zonder dat je IR-score verandert.
De les hier is dat SEO breder moet worden gezien dan alleen het optimaliseren van titels of content. Als de zoekintentie niet overeenkomt met je document, zullen deze aanpassingen weinig effect hebben. Het effect van systemen zoals Twiddlers en NavBoost kan soms zwaarder wegen dan traditionele on-page of off-page SEO-technieken. Als deze systemen je document minder zichtbaar maken, hebben extra optimalisaties op de pagina weinig impact.
Maar dit verhaal eindigt niet negatief. De impact van het tv-programma over potloden is tijdelijk. Zodra de zoekgolf afneemt, verliest FreshnessNode zijn invloed en keert het document terug naar de 5e plaats. Als we vervolgens een CTR van rond de 4% kunnen handhaven (gebaseerd op de analyse van Johannes Beus van SISTRIX), kunnen we verwachten in de top 10 te blijven. Alles komt uiteindelijk weer goed.
Essentiële SEO-strategieën om je website te optimaliseren
In een steeds complexer wordend digitaal landschap is het cruciaal om strategieën toe te passen die verder gaan dan de standaard SEO-tactieken. Het gaat erom een diepgaand begrip te hebben van hoe zoekmachines werken en deze kennis te gebruiken om je website op alle mogelijke manieren te optimaliseren. Hieronder vind je een aantal belangrijke inzichten en aanbevelingen om je online zichtbaarheid te vergroten en te behouden.
- Diversifieer je bronnen van verkeer: Het is belangrijk om bezoekers aan te trekken via meerdere kanalen, niet alleen via zoekmachines. Ook verkeer vanuit sociale media of directe toegang via Chrome kan waardevol zijn. Zelfs als sommige pagina’s niet door Google’s crawler kunnen worden bereikt, kan Google nog steeds bijhouden hoe bezoekers op je site belanden.
- Versterk je merk en domeinherkenning: Bekendheid met je merk of domeinnaam kan de kans vergroten dat gebruikers op jouw website klikken in de zoekresultaten. Het richten op veel long-tail zoekwoorden kan ook helpen je domein meer zichtbaar te maken, wat bijdraagt aan de algehele autoriteit van je site.
- Begrijp en speel in op zoekintentie: Het is essentieel om te weten wat bezoekers echt zoeken en waarom. Door tools zoals Semrush of SimilarWeb te gebruiken, kun je ontdekken waar je bezoekers vandaan komen en waar ze naartoe gaan. Zorg ervoor dat jouw content aansluit bij hun behoeften, zodat je de ultieme bestemming wordt in hun zoekproces.
- Verbeter je titels en beschrijvingen om de CTR te verhogen: Optimaliseer je titels en meta-beschrijvingen door visuele accenten te leggen die de aandacht trekken, zoals het strategisch gebruik van hoofdletters. Dit kan helpen om de doorklikratio te verhogen en daardoor je rankings te verbeteren.
- Analyseer het gebruik van verborgen content: Controleer of het gebruik van verborgen content, zoals accordeons, leidt tot een hoger bouncepercentage. Als bezoekers te veel moeite moeten doen om de informatie te vinden die ze zoeken, kan dit leiden tot negatieve signalen en een lagere ranking.
- Elimineer zwakke pagina’s: Pagina’s die weinig verkeer genereren of slecht presteren, kunnen het beste worden verwijderd. Ze kunnen negatieve signalen doorgeven aan andere pagina’s in hetzelfde cluster, waardoor de prestaties van je hele site achteruitgaan.
- Optimaliseer je paginavormgeving: Een heldere, overzichtelijke structuur en gebruiksvriendelijke navigatie zijn cruciaal voor het behalen van topposities in de zoekresultaten. Zorg ervoor dat je site gemakkelijk te navigeren is, zodat gebruikers snel vinden wat ze zoeken.
- Verhoog de betrokkenheid van bezoekers: Hoe langer bezoekers op je site blijven, hoe positiever de signalen die je naar zoekmachines stuurt. Zorg ervoor dat je site alle benodigde informatie biedt, zodat bezoekers niet elders hoeven te zoeken.
- Werk bestaande content bij in plaats van steeds nieuwe te creëren: Het bijwerken van bestaande content kan vaak meer opleveren dan het steeds maken van nieuwe content. Investeer in het verbeteren van bestaande pagina’s door hoogwaardige media en unieke inhoud toe te voegen, wat de waarde van je site vergroot.
- Zorg voor consistente koppen en inhoud: Koppen moeten duidelijk aansluiten bij de inhoud die volgt. Een goede thematische consistentie tussen koppen en tekst helpt niet alleen de gebruikerservaring, maar ook de interpretatie door zoekmachines.
- Maak slim gebruik van webanalyse: Door tools zoals Google Analytics te gebruiken, kun je effectief het gedrag van je bezoekers volgen en gebieden identificeren die verbetering behoeven. Let vooral op hoge bouncepercentages en onderneem actie om deze te verlagen.
- Richt je op niche zoekwoorden: In plaats van direct te mikken op zeer competitieve zoekwoorden, kan het zinvol zijn om eerst te scoren met minder competitieve termen en zo een solide basis van positieve signalen op te bouwen.
- Verzamel kwalitatieve backlinks: Focus op het verkrijgen van links van relevante, recente en goedbezochte pagina’s, bij voorkeur binnen hetzelfde geografische en thematische bereik als je eigen content. Vermijd links die schadelijk kunnen zijn voor je site.
- Let op de context rond links: Het is niet alleen de anchor-tekst die telt; de tekst rondom de link is ook van belang voor de interpretatie door zoekmachines. Zorg ervoor dat je links natuurlijk in de context van je inhoud passen.
- Wees bewust van de beperkingen van de Disavow-tool: Hoewel de Disavow-tool gebruikt kan worden om slechte links te negeren, lijkt het erop dat zoekalgoritmes deze actie niet direct in overweging nemen. Het blijft vooral een administratieve handeling voor het bestrijden van spam.
- Benadruk de expertise van de auteur: Zorg ervoor dat de auteurs die je gebruikt worden erkend als deskundig in hun vakgebied. Een paar goed erkende experts kunnen meer waarde toevoegen aan je site dan een groot aantal minder bekende auteurs.
- Creëer unieke, waardevolle en goed gestructureerde content: Voor belangrijke pagina’s is het cruciaal om echte expertise en unieke inzichten te tonen. Hoogwaardige content is essentieel om in de huidige zoekresultaten te concurreren.
Het optimaliseren van je website voor zoekmachines is een continu proces dat veel verder gaat dan eenvoudige aanpassingen aan de content. Het vereist een holistische aanpak waarbij je rekening houdt met een breed scala aan factoren, van technische optimalisaties tot gebruikersgedrag en contentkwaliteit. Door bovenstaande strategieën toe te passen, zorg je ervoor dat je website goed voorbereid is om zich aan te passen aan de steeds veranderende criteria van zoekmachines en tegelijkertijd te voldoen aan de behoeften van je doelgroep.
Dibbes is jouw partner om je beter te laten scoren op zoekmachines. Als je klaar bent om jouw concurrent te verpletteren, neem dan contact met ons op of bekijk onze diensten.